Seminars schedule 2015/16

GEMS Seminar 2 december 2015

Ine Kiekens & Sarah Adams


GEMS Seminar 10 februari 2016

Alisa de Haar & Yannice De Bruyn

Alisa van Haar (Universiteit Groningen/King’s College Cambridge)
De nasleep van Babel. Discussies over de volkstalen in de meertalige Nederlanden, 1550-1600

Taal was een veelbesproken onderwerp in de zestiende-eeuwse Nederlanden. De taaldiscussies zijn veelal bestudeerd vanuit het perspectief van de ontwikkeling en vooruitgang van de Nederlandse taal, die in deze periode haar eerste grammatica en spellingstraktaten kreeg. De Nederlanden waren echter fundamenteel meertalig in deze tijd; naast het Nederlands speelden het Frans en het Latijn een belangrijke rol op allerlei gebieden. Als de exclusieve focus op de latere standaardvorm van het Nederlands wordt losgelaten blijkt dat de discussies over taal in de zestiende eeuw veel complexer waren dan vaak gedacht. Er was in heel zestiende-eeuws Europa een brede fascinatie voor taal die zich met name richtte op de zoektocht naar een perfect communicatiemiddel. De oplossingen die door Nederlanders werden aangedragen lagen zeker niet altijd in de gezuiverde en gestandaardiseerde Nederlandse taal die later de norm zou worden. De alledaagse communicatieproblemen van de lokale bevolking in dit meertalige gebied beïnvloedden de richting die discussies opgingen. Door te focussen op de taaldiscussies in specifieke milieus kan de koppeling tussen alledaagse meertalige ervaringen en taalreflectie in bestudeerd worden. Bovendien wordt het door middel van die aanpak mogelijk om de discussies in hun veelzijdigheid in kaart te brengen en de teleologische gerichtheid op de ontwikkeling van het moderne Nederlands los te laten.

Yannice De Bruyn (Universiteit Gent / Vrije Universiteit Brussel)

Imagineering Violence: de technieken van theatrale geweldsverbeelding in de Zuidelijke en Noordelijke Nederlanden (1630-1690)

Tijdens deze bijeenkomst stelt Yannice De Bruyn haar doctoraatsonderzoek voor, dat deel uitmaakt van het Belgisch-Nederlandse project: Imagineering Violence: Techniques of Early Modern Performativity in the Northern and Southern Netherlands 1630-1690. Het project onderzoekt vroegmoderne geweldrepresentaties en hoe die inzicht kunnen verschaffen in bredere culturele gevoeligheden en tendensen. Yannice’ bijzondere focus ligt op het theater en de diverse manieren waarop geweld op de bühne geënsceneerd werd.  De presentatie zal bestaan uit een inleidend deel dat de algemene doelstellingen van het project toelicht, en de inhoud, verloop en methodologie van Yannice’ subfocus verduidelijkt. Daarna wordt er ingegaan op de eerste casus. Dit is het Vertooningspel, op de Vreede, geschreven en opgevoerd door Govert Bidloo in oktober 1678 naar aanleiding van de Vrede van Nijmegen. De Amsterdamse Schouwburg was de locatie voor dit volledig allegorische stuk. Er werd vaker voor de allegorie gekozen bij inhoud die mogelijk politiek gevoelig lag. In het Vertooningspel wordt de Maagd Holland (die de Republiek vertegenwoordigt) aangevallen door de Krijg, met o.a. Geweld als zijn handlanger. Frankrijk, de daadwerkelijke tegenstander in het beëindigde conflict, wordt daarbij diplomatisch ontzien. De allegorie wordt als zodanig ingezet als techniek van geweldsverbeelding en zal daarom ook een object van studie zijn voor dit doctoraatsonderzoek. Aan de hand van de casus van het Vertooningspel zullen verder enkele thematische lijnen worden uitgewerkt, die gekoppeld worden aan bredere cultuurhistorische kennis en andere media die verschenen in de context van de Frans-Hollandse oorlog. In deze presentatie wordt een specifiek aspect van de casus belicht, namelijk de analogie tussen de allegorische maagd en de Republiek als staat en territorium, en de seksuele connotaties hiervan.


GEMS Seminar 16 maart 2016

Thomas Donald Jacobs & Astrid Van Assche

Thomas Donald Jacobs: Jewish and Indian intersections. Expansions and collapses of alterity, mimesis and identity negotiation in colonial discourses relating to the Americas, ca. 1500-1850

Jewish and Indian intersections investigates expansions and collapses of alterity, mimesis and identity negotiation through one of the most interesting facets of Atlantic colonial discourse: the widespread belief that Native Americans were the descendants of the Ten Lost Tribes of Israel, driven out of the Northern Kingdom in the eighth century BCE by Assyria. Christian Europeans employed this “Indians-as-Jews” trope, as did Jewish and Indigenous authors. My research goals are two-fold: first, to make a significant contribution to the field of cultural history by tracing the evolution of this trope in sources relating to the Americas; secondly, to significantly improve upon the theories and concepts currently employed in the study of identity negotiation.

Astrid Van Assche: De literaire en socio-historische impact van de briefwisseling rond het Parijse salon l’Hôtel de Rambouillet (1608-1661). Naar een herdefiniëring van de begrippen préciosité en galanterie.

Tijdens deze bijeenkomst presenteert Astrid Van Assche haar doctoraatsonderzoek naar de Franse briefkunst binnen de saloncultuur in de eerste helft van de 17de eeuw. In het Parijse salon l’Hôtel de Rambouillet (1608-1661), broedplaats van de préciosité, ontstond een ware cultus van verfijnd gedrag en taalgebruik, alsook een voorliefde voor het artistieke en het speelse, gepaard met een afkeer voor pedantisme. Eenzelfde ongedwongen raffinement sierde de briefwisseling tussen de eminente literaire figuren die de salonreünies bijwoonden. Als geschreven echo’s van de mondaine conversaties leggen deze brieven niet alleen diverse sociale en literaire kwesties bloot, maar vormen ze eveneens een eerste forum voor de gedragscodes en idealen die heersten binnen het toonaangevende Hôtel de Rambouillet. Het schrijven, lezen, kopiëren en zelfs voordragen van deze brieven werd al gauw een belangrijke activiteit in het salon. Astrid streeft naar een (her)definiëring van de term préciosité en op een (her)situering van de galanterie binnen deze tendens, aan de hand van gedetailleerde analyses van de mondaine briefwisseling waarin beide bewegingen een stem krijgen. De weinig bekende correspondentie van onder meer François Le Métel de Boisrobert (1589-1626), Vincent Voiture (1597-1648) en Antoine Godeau (1605-1672) vormt een onontgonnen kennisdomein, waarin men, ondanks haar wortels in de vroege préciosité, ook galante thema’s en stijlkeuzes aantreft. Deze vaststelling leidt tot vraagstukken omtrent de invloed van de vroege préciosité op ontluikende moderne genres in het algemeen en van de galante esthetiek op de eerste moderne romans in het bijzonder.


GEMS Seminar 8 juni 2016

Frans-Willem Korsten & Jürgen Pieters

Presentatie Frans-Willem Korsten

Anachronisme is een belangrijk concept geweest in de strijd tegen dominante, ideologisch gemotiveerde geschiedschrijving. Vanaf Walter Benjamin hebben meerdere theoretici beargumenteerd dat wat eigenlijk nodig is, een werkelijk dialogische relatie met het verleden is, waarin de urgente problemen van het heden motiverend zijn voor de momenten die we losrukken uit het verleden. Dat alles in poging verleden en heden te bezien in een gefuseerde en levende relatie in plaats van een epistemologisch gekaderde panoramische blik op het verleden. Anachronisme was in dit kader een wapen tegen quasi-totalitaire machten van de soevereine natiestaat, van een economisch systeem (kapitalisme), van koloniale or patriarchale overheersing. Maar in het huidige tijdsgewricht is de vraag of anachronisme nog zo’n wapen is, en of het niet is overgenomen door quasi-totalitaire machten in een welbewuste poging belichaamde geschiedenis te fragmenteren en zo weerstand te vernietigen. Aan de hand van twee casus zal ik ingaan op de huidige relevantie van ‘geschiedenis’, van wat het was, en kan zijn alsnog.

Presentatie Jürgen Pieters

De vraag die me altijd heeft beziggehouden – als onderdeel  van een theoretische reflectie, maar ook in de praktijk van het lezen van literaire teksten uit het verleden – is die naar de combineerbaarheid van een historistische aanpak die de historische bepaaldheid van het onderzoeksobject centraal stelt met de niet minder historistische overweging dat ook de historische bepaaldheid van het onderzoekende subject ter discussie moet worden gesteld. In het hoofdstuk over Huygens’ Ooghen-troost heb ik die kwestie aan de orde gesteld in de vorm van de vraag of (en indien ja hoe) je een vroegmoderne tekst kunt lezen vanuit de bril van de laatmoderne leesmethode van de deconstructie. Ik wil in het gesprek met Frans-Willem Korsten en de andere deelnemers verder nadenken over deze problematiek.